Vandaag tijdens het zondagse poetsen kwam het bij mij op, dat ik binnenkort mijn 20-jarige jubileum in public affairs in brede zin -zij het binnen de politiek, zij het binnen maatschappelijke organisaties- mag vieren. Best een tijd zeg maar. Vele malen meer confronterend dan steeds vaker aangesproken worden met 'u'.
Met mijn geliefde Swiffer in handen -weinig duurzaam, maar mijn beste bondgenoot tegen stof in een heel oud huis met drie bewegelijke kinderen- ging ik methodisch zoals altijd de hele benedenverdieping door. De gedachten begonnen vorm te krijgen...
LES 1: Lange adem. If you're not in for the road, don't start the trip.
De meeste echt belangrijke kwesties in public affairs of in de politiek vergen langetermijnvisie, uithoudingsvermogen en bereidheid om het resultaat van je inspanningen niet mogen meemaken, in ieder geval in een actieve rol. Vooruitgang is zelden iets wat op korte termijn gefixt kan worden en voor altijd opgelost, afgemaakt, voltooid blijft. Constant onderhoud is een vereiste.
Het goede nieuws is: heel soms maak je een watershed moment wel mee. In 2016 mocht ik namens Stichting AAP naar de Conference of the Parties of de Convention against Illegal Trade in Endangered Species (CITES) in Johannesburg. Twee decennia lang had Stchting AAP gelobbied voor het hoogste berschermingsniveau voor de bedreigde Berberapen, van lokale autoriteiten in kleine Marokkaanse stadjes tot aan de hoogste regionen van de Europese Commissie, van de ministeries in Madrid naar die in Den Haag. Er waren tegenslagen, er waren momenten van complete wanhoop en radeloosheid. Maar er was ook een roadmap en een zeer vastberaden team binnen een stevige organisatie (waarover meer hieronder). In Johannesburg stond de internationale gemeenschap unaniem achter het voorstel van Marokko en de Europese Unie om Berberapen het hoogste beschermingsniveau toe te kennen. We vierden het even, en de dag daarna gingen we weer aan het werk: wetgeving zonder adequate naleving is weinig waard.
LES 2: There is no 'I' in Team
Plat cliché? Ja. Waar? Ook.
Als belangenbehartiger of politicus, ben je maar een radertje in een heel groot wiel. Ook komt een bepaalde idee of zelfs een hele strategie uit jouw koker, ga je dat nooit tot realisatie laat staan succes brengen zonder een goed georganiseerde groep mensen. Ofwel: misschien lukt het jou om in je uppie te zaaien, maar om te oogsten heb je anderen nodig.
In mijn tijd bij Earth Day Network, een milieuorganisatie in Washington, D.C., werkte ik nauw samen met een collega die min of meer in zijn eentje, als een van de eerste, een compleet programma bedacht had voor de verduurzaming van scholen in achtergestelde -meestal door minderheden bewoonde- wijken in Amerikaanse steden. De pedagogische waarde en bijdrage aan een groenere toekomst én kansengelijkheid van deze 'Green Schools Campaign' waren overduidelijk. Het zou ook bakken met geld kosten en, om de doelen te bereiken, van veel politieke steun moeten genieten om de gestelde doelen te bereiken. Het netwerk van het bestuur en toezichtsorgaan werd ingezet om de invloedrijke Clinton Foundation achter het project te krijgen en stagiaires hielpen met vergroeningsacties op scholen. Letterlijk iedereen binnen de organisatie leverde een bijdrage aan de realisatie van de eerste projecten.
Het project in een suburb van Chicago herinner ik mij nog goed. Een groot, oud gebouw zoals we vaak zien in Amerikaanse films en series. De lockers in de lange, tochtige gangen. De klaslokalen met grote, enkel-glas ramen. De grote eethal waar veel ongezonds te krijgen was. En de kinderen die muurschilderijen met duurzaamheid als thema maakten, spelendwijs een moestuin aanleggen, de foto's van en met trotse docenten. Een paar weken later ontvingen we een 'letter of commendation' van de toen junior Senator voor Illinois.
Zo'n vijf jaar later ondertekende die een Presidentiële Proclamatie over het belang van groene scholen en milieu-onderwijs. Jammer genoeg had zijn regering het budget voor dit programma net gekort. Zie Les 1.
LES 3: It's the relationship, stupid
Vooropgesteld: het helpt wel wanneer mensen waarvan jij iets wilt, jou leuk vinden; het is zeker geen pré. Niccolo Machiavelli raadt dat zelfs af, maar persoonlijk geloof ik niet in gevreesd wezen als weg naar public affairs-glorie. Geen VVD'er hier, maar het moet wel een beetje gezellig blijven.
Wat wel handig is? Betrouwbaarheid. Weten wat anderen aan jou hebben. Dat betekent: liefst geen dolken in de rug, en als je dat toch wilt/gaat doen, stuur van tevoren een appje. Kleine moeite, groot plezier. Niemand, en in het bijzonder politieke bestuurders en hun inner kring niet, wil onaangenaam verrast worden.
Pluspunt: wanneer je eens kiest voor een 'nucleaire optie', weet men meteen dat het er toedoet.
Hier geen voorbeelden uit de praktijk. Waarom? Zie Les 3 ;)